1 Meng het volkorenmeel met het amandelmeel, de kruiden, bakpoeder, het zout en 1/3 van de poedersuiker. Boen de citroen schoon. Rasp de gele schil van de citroen en voeg toe aan het meel.
2 Splits het ei en houd het eiwit apart. Voeg de eidooier samen met de rest van de eieren, de melk en honing toe aan het meel en kneed met je handen tot een samenhangend deeg. Verpak in vershoudfolie en laat 1 uur rusten.
3 Verwarm de oven voor op 180 °C. Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van 1 cm dik. Snijd per koekje een hart uit, leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat en bak in de oven in ca. 10 min. gaar. Ze hoeven nauwelijks te kleuren. Wil je de harten aan een touwtje kunnen ophangen, maak er dan met een satéprikker een gaatje in. Laat de harten afkoelen.
4 Klop ondertussen het achtergehouden eiwit stijf met een mixer. Meng met de rest van de poedersuiker tot een glazuur. Doe het glazuur in een van bakpapier gevouwen cornetje en versier de lebkuchenharten ermee.