1 Doe de kip in een soeppan. Vul met water tot de kip net onder staat. Breng aan de kook en voeg de bouillontabletten, ui, peen, tijm en het laurierblad toe. Laat op laag vuur 2 uur trekken. Voeg de laatste 10 min. de foelie toe.
2 Neem de kip uit de bouillon, pluk het vlees van het bot en snijd het vlees klein. Zeef de bouillon door een fijne zeef of een schone en uitgespoelde theedoek. Houd een 1/2 liter heldere bouillon apart. Met de rest van de bouillon wordt ragout gemaakt.
3 Verhit 10 g boter en bak de champignons 3 min. Laat 65 g boter smelten in een soeppan en voeg de bloem toe. Laat op laag vuur in 5 min. gaar worden tot het mengsel glanst. Voeg het kerriepoeder, de kip en de champignons toe. Roer de wijn, bouillon en citroensap er naar smaak door. Breng aan de kook en voeg naar smaak peper en zout toe. Meng de slagroom met de eidooier en spatel door de ragout.
4 Warm de oven voor op 220 °C. Vul de ovenschaaltjes met ragout. Bestrooi met paneermeel en verdeel er wat stukjes boter over. Zet ca. 15 min. in de oven.
5 Verwarm de achtergehouden bouillon. Garneer de ragout met wat peterselie en serveer met een glaasje bouillon.