1 Schil de aardappelen en was ze. Kook ze gaar en pureer ze fijn.
2 Snijd de hesp in kleine blokjes van 0,5 cm op 0,5 cm en voeg ze toe aan de puree.
3 Was de peterselie, dep hem droog, hak hem fijn en voeg hem toe aan de puree.
4 Kuis de look, hak hem zeer fijn en voeg hem toe aan de puree. Roer de kaas nu ook door de warme puree. Meng alles goed tot een vaste massa. Schep de puree op een groot stuk huishoudfolie en rol op, zodat je een dikke worst krijgt. Laat die gedurende 12 uur stollen in de koelkast.
5 Haal de puree dan uit de folie en snijd in schijven van een dikke cm. Wentel ze in bloem en bak ze kort aan in een hete pan met olie tot ze een krokant korstje krijgen. Zet ze dan nog een kwartier in een voorverwarmde oven op 180°C.