1 Snij de salami en de champignons in plakjes. Stoof de fijngesnipperde look en sjalot in wat olijfolie en blus met de wijn. Wrijf 1 tomaat door een grove zeef, doe ze met de room bij de saus en laat inkoken. Breng op smaak met flink wat peper en zout. Bak de plakjes champignon kort in wat olijfolie en doe ze bij de saus met de fijngesneden peterselie, de salamiplakjes en de geraspte parmezaan. Roer de saus goed dooreen. Snij de tweede tomaat in blokjes. Kook de papardelle beetgaar, giet ze af en meng ze door de saus. Werk af met blokjes tomaat en basilicumblaadjes.