1 Schil de asperges. Kook de stengels gaar. Voeg het kookvocht bij de groentebouillon. Snij de gekookte asperges in stukken van ongeveer 3 centimeter lang. Bak de asperges in een pan met olijfolie en de fijngesneden salie.
2 Verhit een pan met een scheut olijfolie. Voeg de versnipperde sjalot en de fijngesneden knoflookteen toe. Let op dat de knoflook niet verbrandt. Doe de rijst in de pan en laat deze gedurende enkele minuten 'zweten' (niet bakken!!). Blus de warmte met wat droge witte wijn en voeg een groot deel van de groentebouillon toe. Snij de gekookte asperges in stukken van ongeveer 3 centimeter lang. Laat de rijst gedurende 15 à 18 minuten koken in de bouillon. Zet het vuur uit als de rijst beetgaar is. Roer een klontje boter, geraspte parmezaan en de gesauteerde asperges met salie door de rijst. Dien de risotto onmiddellijk op in verwarmde borden.