1 Boen de appeltjes schoon en snijd ze in blokjes, besprenkel de appelblokjes met het citroensap.
2 Schil de selderstengels met behulp van een dunschiller en snijd de selder in blokjes.
3 Rooster de walnoten even in een warme oven of in een pan en laat ze afkoelen.
4 Was de kropsla.Haal voorzichtig de bladeren van de stronk en spoel ze in een ruime hoeveelheid koud water.
5 Neem slabladeren voorzichtig uit het water en schud ze droog. Gebruik hiervoor liefst geen slacentrifuge, zo vermijd je dat de blaadjes kneuzen.
6 Schik op elk bord enkele blaadjes kropsla om een ‘kuip’ te vormen.
7 Meng de appeltjes, selder en walnoten met de mayonaise en kruid eventueel bij met wat peper van de molen en zeezout. Verdeel dit over de sla en dien op.