1 Leg de kipfilets in een pan en voeg zoveel water toe dat ze net onderstaan. Verkruimel het bouillonblokje erboven. Verhit het water, maar zorg dat het net niet borrelt. Laat de kipfilets 15 minuten zachtjes pocheren. Draai het vuur dan uit, leg een deksel op de pan en laat de kip zo nog ongeveer een half uur doorgaren.
2 Roer ondertussen de mayonaise, yoghurt en appelsap tot een dressing. Breng deze op smaak met citroensap, zout en peper.
3 Maak de witlof schoon, halveer de stronkjes en snijd ze in stukjes. Trek de draden van de bleekselderij en snijd de stengels in reepjes. Was de appels, verwijder het klokhuis en snijd de appels met schil in blokjes.
4 Schep de kip uit de bouillon, laat even uitdampen en ‘scheur’ het vlees in repen. Meng de witlof, bleekselderij, appel, kip en walnoten met de dressing.