1 Schil de aardappelen en kook ze in weinig water met wat zout gaar. Breng intussen 3 dl water in een kleine pan aan de kook en los hierin de bouillontablet op of verwarm de visfond. Houdt de bouillon tegen de kook aan, voeg de melk en het laurierblad toe. Snijd de kabeljauw in grove stukken, schep ze in de bijna kokende bouillon en ‘pocheer’ ze in 5-6 minuten op een laag vuur gaar. Giet intussen de aardappelen af en stamp ze tot een fijne puree. Schep de kabeljauw met een schuimspaan uit het pocheervocht en schep ze voorzichtig door de puree. Voeg de knoflook en olijfolie toe, zodat het een smeuïge geheel wordt.
2 Gebruik geen staafmixer! Maar pureer het geheel bijvoorbeeld in een vijzel. Maak de brandade verder op smaak met de peterselie en zout en peper naar smaak.
3 Serveer de kabeljauw-spread met toast of versgebakken stokbrood.
4 Probeer ook een gedroogde stokvis of bakkeljauw, week dan de stokvis eerst 12 uur in water of melk, ververs dit iedere 4 uur. Stokvis kan namelijk erg zout zijn.
5 Ook lekker met koolvis!
6 Vervang de peterselie door dragon, dit kruid heeft een iets anijs-achtige smaak die goed bij vis past.