1 Kijk de frambozen een voor een na op ongerechtigheden. Spoel ze liever niet in water want juist daardoor kunnen ze veel van hun toch al tere smaak verliezen. Houd ongeveer 50 gram frambozen apart voor de garnering. Wrijf de rest van de frambozen door een zeer fijne zeef. Meng in een grote kom de puree met basterdsuiker en limoen- of citroensap. Laat intussen de gelatineblaadjes tenminste 5 minuten weken in ruim koud water. Breng in een pannetje 6 eetlepels water aan de kook. Neem het pannetje van de warmtebron en laat er onder voortdurend roeren de geweekte en daarna goed uitgeknepen gelatineblaadjes in oplossen. Roer het gelatinemengsel door de inhoud van de kom met de vruchtenpuree. Laat alles staan tot het mengsel wat lobbig begint te worden. Klop de slagroom net niet helemaal stijf. Ze moet dik maar nog wel vloeibaar zijn. Spatel de room zo luchtig mogelijk door de frambozenpuree. Doe hierna de massa over in met koud water omgespoelde vormpjes (eventueel hoge theekopjes). Dek de vormpjes af met plastic folie en laat ze tenminste 2 1/2 uur in de koelkast staan.
2 Presentatie: stort de nagerechten op kleine bordjes. Schik de achtergehouden frambozen er rondom en leg er een of meer munttopjes bij.
3 Tip: gebruik 1 rode en 5 blanke gelatineblaadjes.