1 Verwarm de oven voor op 180°. Rol het deeg uit en snij er 4 ronde deeglapjes uit (gebruik een rond kommetje en snij langs de rand). Leg het deeg op een bakplaat met bakpapier, prik met een vork in het deeg.
2 Snij de appelen ongeschild, maar goed afgespoeld in water in parten en vervolgens in dunne plakjes (zonder klokhuis). Schik de plakjes, met de schilkant naar buiten, dakpansgewijs op de deegbodems. Werk daarbij van buiten naar binnen.
3 Bestrooi elk taartje met suiker en kaneel en leg er vlokjes hoeveboter op. Zet ongeveer 25 minuten in de oven en bestrooi ze daarna met de gehakte noten.
4 Serveer de taartjes warm met een bolletje vanille-ijs.