1 Snij 4 rondjes uit het deeg. Verwarm op een zacht vuurtje de boter met de suiker en de gember tot een lichte karamel. Giet die op de bodem van vier taartvormpjes. Kantel de vormpjes naar alle kanten om de karamel goed te verdelen.
2 Schil de mango's. Snij het vruchtvlees aan beide kanten van de pit af, zodat je vier halve mango's krijgt. Snij ze in lange repen zonder de uiteinden helemaal door te snijden. Snij het resterende vruchtvlees van de pit af en snij het in blokjes.
3 Strooi de peperkorrels over de bodem van de taartvormpjes. Schik er de mangorepen op en daarboven de mangoblokjes. Dek af met een deegrondje. Zet de taartjes 20 min. in een voorverwarmde oven van 180°C. het deeg moet net goudbruin zijn. Keer de nog warme taartjes om op bordjes en serveer meteen.