2 Meng de zachte Solo en de kristalsuiker met de klopper in een mengkom.
3 Voeg de bloem, de Maïzena, het ei en een snuifje zout toe en kneed alles in een drietal minuten tot een soepel deeg. Kneed niet te lang, om te vermijden dat het deeg taai wordt.
4 Rol een bol van het deeg, wikkel het in huishoudfolie en laat het een half uurtje rusten in de koelkast.
5 Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze in dunne schijfjes. Doe de schijfjes appel in een mengkom, bestrooi ze met een theelepel kaneel. Wentel ze door elkaar, zodat de kaneel mooi verdeeld wordt.
6 Vet de taartvorm in met Solo. Rol het deeg uit tot een ronde lap van ongeveer 2 mm dik en druk die mooi in de rand van de taartvorm. Verwijder het overtollige deeg langs de randen van de taartvorm.
7 Beleg de deegbodem met appelschijfjes. Werk in overlappende cirkels, zodat je een mooi patroon krijgt. Meng de rest van de kristalsuiker en de inhoud van het zakje vanillesuiker en strooi dit mengsel over de appels.
8 Bak de taart ongeveer 45 minuten goudbruin in de oven. Laat de taart afkoelen op een taartrooster.
9 Verwarm de abrikozengelei en het citroensap al roerend samen in een pannetje. Bestrijk hiermee de appels terwijl de taart nog lauwwarm is.