1 Maak de ajuin schoon en snij hem in stukjes van ongeveer ½ cm. Maak de spruitjes schoon en leg een handvol kleine spruitjes opzij voor de garnituur. Snij de rest in kleine stukjes.
2 Maak de prei, de selder en de aardappelen schoon en snijd ze in grove stukken.
3 Laat de vetstof goed heet worden en laat er de ajuin goudgeel in bruinen.
4 Voeg er de gesneden prei, selder en aardappelen aan toe en doe er een klein beetje water bij, laat alles enkele minuten stoven met gesloten deksel.
5 Voeg de groentebouillon toe, sluit de kookpan af en breng alles aan de kook. Matig het vuur en laat zachtjes gaarkoken.
6 Steek de soep door met een mixer of een roerzeef en laat opnieuw een 5-tal minuten doorkoken.
7 Bereid ondertussen de versiering:
8 Snij de kleine spruitjes kruisgewijs in aan de stengelzijde (zo worden ze overal gelijkmatig gaar) en kook ze gaar in zoutwater zonder deksel. Verfris ze onder koud water.
9 Maak de wortelen schoon en snij ze in heel fijne julienne. Kook ze heel even in licht gezouten water en verfris ze onder koud water.1
0 Voeg de versiering bij de soep en breng ze op smaak met peper en zout.1
1 Werk af met fijngehakte peterselie en dien onmiddellijk op.1