1 Maak de kleine sjalotjes panklaar : blancheer ze 1 min en laat ze dan meteen schrikken onder de koudwaterkraan. Haal er met een scherp mesje het velletje af en snij het harde wortelaanzetje weg.
2 Kruid de konijnen, in stukken, met peper en zout. Braad ze kort rondom aan in 4 eetlepels olijfolie en een nootje boter.
3 Doe er de gepelde en gehakte teentjes knoflook en de takjes verse tijm bij. Laat de kruiden kort meebakken. Schenk er de droge witte wijn en evenveel kippenbouillon bij. Dek af en temper het vuur.
4 Stoof de sjalotjes een tiental min in 2 eetlepels olijfolie, Kruid ze met peper en zout en doe ze bij het konijn. Laat zowat 1 uur, afgedekt, op een zacht vuurtje staan, tot het konijn goed gaar is.