1 Voor de appelen met kaneel : schil de appelen, snij ze in twee‘n, verwijder de klokhuizen en snij het vruchtvlees in fijne plakjes. Bak ze in de boter en bestrooi met suiker. Voeg de kaneel, de kruidnagels en het citroensap toe en giet de witte wijn erbij. Bak de appelen terwijl u voortdurend roert tot ze mooi zacht worden en een moes met stukjes vormen. Voeg indien nodig een beetje water toe om te vermijden dat de appelen aanbakken. Voeg de calvados toe, haal van het vuur en laat afkoelen.
2 Voor de aardappelstaafjes : schil de aardappelen, snij ze in schijfjes van 2 mm dik en vervolgens in staafjes van 2 mm breed. Leg ze meteen in koud water en laat ze 3 ˆ 4 minuten weken om het zetmeel te verwijderen, opdat ze tijdens het frituren niet aan elkaar kleven. Haal de aardappelstaafjes uit het water met een schuimspaan en laat goed uitlekken op keukenpapier of dep ze droog. Verwarm, net voor het opdienen, de olie in een frituurpan en bak daarin de aardappelstaafjes gedurende 1 à 2 minuten, tot ze mooi krokant en goudbruin zijn. Haal uit de olie en laat goed uitlekken. Zet in een warme oven tot alle aardappelstaafjes gefrituurd zijn. Bestrooi met zout net voor het opdienen.
3 Voor de everzwijnkoteletten : kruid het vlees met peper en zout. Verwarm de geklaarde boter in een braadpan en voeg de geplette jeneverbessen toe. Bak daarin de koteletten aan beide kanten gedurende 3 à 4 minuten, naargelang hun dikte. Giet het vet weg, voeg de boter en de rozemarijn toe. Bak het vlees 2 minuten aan elke kant in de boter. Overgiet daarbij het vlees regelmatig met gesmolten boter. Schik het vlees op warme borden, samen met de aardappelstaafjes en de appelen met kaneel.