1 Zorg dat het vlees goed gaar is. Ontdoe het van alle vet en snij in kleine blokjes of trek het vlees in draadjes.
2 Maak een roux met de margarine en bloem. Verwarm deze roux zachtjes. Voeg de helft van de koude bouillon toe en roer zachtjes tot je een gladde saus bekomt; Deze saus zal zeer dik zijn. Voeg de rest van de bouillon erbij. Laat deze saus zeker een tiental minuten koken op een zeer zacht vuurtje, en blijf ondertussen goed roeren. Voeg nu naar keuze enkele eetlepels sojasaus toe. Deze massa mag bruin kleuren. Proef nu of er voldoende peper en zout in zit. Voeg tenslotte het vlees toe en laat goed doorkoken. Giet deze massa in een geoliede schaal en laat en nacht opstijven in de koelkast.
3 Verdeel met een mes deze massa in langwerpige blokjes. Rol deze eerst dor bloem en rol ze tot de vorm van een kroket. Haal deze kroket door geklopt ei of eiwit en daarna door paneermeel. Tip: om een stevige korst te bekomen mag je deze dubbel paneren.
4 Laat de kroketten enkele uren rusten vooraleer ze te bakken in frutuurvet/olie van 180° C.
5 Bak ze met enkele tegelijk tot ze mooi bruin kleuren.