1 Verwarm de oven voor op 120°C. Schil de peren. Stoof ze gaar in de witte wijn en het water, met de suiker en de gestampte peperbolletjes. Schroei de biefstukken dicht in een flinke scheuk hete olie. Haal ze uit de pan en kruid ze aan beide zijden met zwarte peper uit de molen en grof zeezout. Leg ze in een ovenschotel. Haal de peren uit het kookvocht en snij ze 5 keer overlangs in. Schik ze als een waaiertje op de biefstukken. Bedruip ze met wat kookvocht. Zet de ovenschotel 10 min. in de voorverwarmde oven.
2 Spoel de prei en snij in schuine ringen. Laat ze in de hete pan van de biefstuk lichtjes bruinen, samen met de tijmblaadjes. Roer continu. Blus met een scheut perenkookvocht en 2,5 dl groentebouillon. Laat eventjes inkoken.
3 Verdeel de prei over 4 warme borden. Leg op elk bord een biefstukje met een peer erop. Werk af met zwarte peper uit de molen en een takje tijm.