1 Kook de drumsticks 10 min. in 1L kippenbouillon. Haal ze eruit en laat afkoelen. Wrijf ze in met olie, peper & zout. Leg ze op een rooster boven een braadslee. Roer de marinade. Bedruip er de boutjes mee. Laat 10 min. staan.
2 Gril de drumsticks in ong. 10 min. goudbruin. Hou de ovendeur op een kier. Keer de boutjes geregeld en besprenkel telkens met marinade.
3 Schil de appels en verwijder het klokkenhuis. Snij ze in vingerdikke plakken en besprenkel met citroensap. Bestrooi ze aan beide kanten met poedersuiker. Pel en halveer de rode ui. Snij in fijne plakjes.
4 Stoof in een koekenpan de ui aan in een nootje boter. Verwijder de ui en hou even apart. Doe nog een nootje boter in de pan en bak de appelplakken aan beide kanten goudbruin. Hou de plakken even apart, neem de pan van het vuur en leg de olijven in de nog warme pan.
5 Schik de kippenboutjes, de appel en de ui in een overschaal. giet het bakvocht in de pan met de olijven. Voeg wat water toe en laat even inkoken. Giet de saus en olijven over de kippenboutjes en werk af met verse tuinkruiden. Zet de ovenschotel nog 10 min. in de oven op 160°C. Verdeel de borden aan tafel. Serveer er gekookte aardappeltjes bij.