1 Snijd het vlees in blokjes. Kook even op in gezouten water en was het vlees.
2 Zet het opnieuw net onder in water met de grof gesneden wortel, ui, prei en selder en het kruidentuiltje.
3 Breng op smaak met peper en zout. Laat ongeveer een uurtje rustig sudderen onder gesloten deksel.
4 Draai balletjes van het gehakt en blancheer ze even in kokend water. Snijd de champignons in 4 en stoof ze zachtjes gaar in boter met wat water en het sap van een halve citroen.
5 Stoof de uitjes aan in boter met peper, zout en een snuifje suiker. Bevochtig met wat water en laat onder gesloten deksel garen.
6 Haal het vlees uit de pan en zeef het kookvocht.
7 Roer voor de roux de bloem door de gesmolten boter.
8 Giet de kalfsjus op de roux en laat binden.
9 Voeg het vlees, de champignons, de uitjes en de balletjes toe.1
0 Laat even warmen en bind met een liaison van eierdooier en room. Laat niet meer koken.1
1 Serveer in een grote kom en bestrooi met peterselie1