1 Smelt de boter en voeg beetje bij beetje de bloem toe tot je een balletje roux krijgt. Voeg de bouillon langzaam toe en verwarm tot je een dikke gladde massa bekomt. Voeg het vlees toe met wat peper, nootmuskaat, wat peterselie en een paar druppels citroensap en laat nog even doorkoken.
2 Stort de ragout uit en laat op een koude plaats staan tot de massa stijf is.
3 Verdeel in 8 gelijke delen. Rol er egale kroketjes van. Rol ze dan in eiwit en vervolgens in paneermeel. Rol ze weer in eiwit en dan in paneermeel. Laat 1 uur rusten.
4 Bak de vleeskroketten in hete frituurolie (180 graden Celcius) langzaam bruin. Laat ze uitlekken op wat keukenpapier en leg ze op een verwarmd bordje. Garneer met een toefje peterselie