1 Snij het konijn in stukken. Schil de aardappelen.
2 Verhit 1 eetlepel van de olie in een braadpot. Bak de stukken konijn goudbruin en laat ze dan uitlekken op een vel keukenpapier.
3 Stoof de uitjes glazig in het achtergebleven vet en haal ze uit de pot. Giet de olie weg en veeg de pot schoon met keukenpapier.
4 Leg de stukken konijn en de uitjes opnieuw in de pot. Bestrook met de bloem en meng goed. Doe de wijn erbij, samen met het kruidentuiltje, wat zout en peper.
5 Leg het deksel op de pot en laat 15 minuten pruttelen op een zacht vuurtje of 7 minuten in de snelkookpan.
6 Kook de aardappelen in 15 minuten gaar in lichtgezouten kokend water. Laat uitlekken en doe ze bij het konijn. Laat nog 10 minuten voortkoken. U kunt ze ook in het stoommandje van de snelkookpan doen en ze 7 minuten laten meekoken.
7 Verhit de rest van de olie in een braadpot en stoof de paddenstoelen. Doe de konijnenragout erbij. Proef en breng eventueel verder op smaak.
8 Verwijder het kruidentuiltje. Doe de konijnenragout in een schotel en dien op.