1 Zet een grote stoofpot op het vuur en verhit er een klontje boter in op een matig vuur.
2 Neem er de stukken Mechelse koekoek bij en kruid ze met een snijfje zout en water peper van de molen.
3 Bak de stukken Mechelse koekoek in de schuimende boter zodat ze goudbruin kleuren. Draai de stukjes vlees regelmatig even om. Later garen we het vlees verder.
4 Snij het zwoerd van de lappen spek en snij het vlees in reepjes.
5 Haal de stukken koekoek (of kip) uit de pot en zet deze opzij. Doe de reepjes spek in dezelfde pot en bak ze goudbruin. Voeg indien nodig een klein klontje boter toe. Roer de spekjes regelmatig even om.
6 Pel de uien en snipper ze grof. Snij de witte paddenstoelen in kwartjes.
7 Zodra de spekstukjes goudbruin gekleurd zijn, voeg je de ui toe. Laat alles een paar minuten stoven. Roer regelmatig even in de pot.
8 Voeg er vervolgens de stukjes paddenstoel aan toe. Laat de champignons ook enkele minuten meestoven.
9 Maak een bouquet garni (of kruidentuiltje).1
0 Gooi het kruidentuiltje in de pot en strooi de bloem over de inhoud. Roer alles om en laat de bloem kort meebakken.1
1 Doe de stukken Mechelse koekoek (of kip) en het braadsap terug in de pot en schenk de wijn erbij.1
2 Schep er tenslotte de bessenconfituur en de mosterd onder, zet het deksel op de pot en laat de stoofschotel ongeveer anderhalf uur sudderen op een zacht vuur.