Kalfskotelet met kappertjessaus

Ingrediënten

Bereiding

• 1 Schil de aardappels en snijd in gelijke stukken. Zet de aardappels op in een laag koud water. Kook de aardappels in ca. 20 min. gaar. Afgieten
• 2 Bestrooi de koteletten met wat peper. Verwarm 3 el vloeibare margarine in een grote pan en bak hierin op matig hoog vuur de koteletten aan beide kanten goudbruin worden, zet het vuur lager en laat ze afhankelijk van de dikte in ca. 15 min. gaar en worden. Geregeld keren.
• 3 Verdeel de bloemkool in roosjes. Snijd de lente-uitjes in dunne schuine schijfjes.
• 4 Kook de bloemkool in ruim kokend water in ca. 8 min. gaar. Afgieten.
• 5 Haal ondertussen de koteletten uit de pan en laat afgedekt onder aluminiumfolie rusten.
• 6 Voeg 250 ml warm (maar niet kokend) water en het keteltje aan de pan toe. Laat 1 minuut rusten, roer het Sausketeltje er goed door met een garde tot het is opgelost. Voeg de kappertjes toe en laat de saus op laag vuur 1 minuut zachtjes koken.
• 7 Stamp de aardappels fijn met de warme melk, de rest van de vloeibare margarine en schep er 1 el lente-ui en de peterselie door. Breng op smaak met wat peper en zout.
• 8 Meng de bloemkool met de rest van de lente-uitjes en breng op smaak met wat peper en zout.
• 9 Verdeel de aardappelpuree en de bloemkool over 4 warme borden. Leg de koteletten ernaast en schep er wat kappertjessaus over.