1 Verwarm de gril voor. Doe de rozijnen in een kom, overgiet met warm water en laat 10 minuten wellen. Laat de rozijnen uitlekken.
2 Kook de rijst in kokend water volgens de aanwijzingen op de verpakking. Gebruik een mespuntje bouillonpoeder in plaats van zout om het kookwater op smaak te brengen. Afgieten. Pel en snipper de uien. Was en droog de spinazie.
3 Meng de bruine suiker met een 1/2 eetlepel bouillonpoeder, 1 eetlepel ketchup, 1/2 eetlepel vloeibare margarine en een mespuntje cayennepeper, paprikapoeder en kaneelpoeder.
4 Bestrijk de varkenskoteletjes met een beetje vloeibare margarine. Plaats de koteletjes onder de gril en gril 2 minuten aan elke kant. Gril nog eens 6 minuten en bestrijk de koteletjes regelmatig met het suiker- en kruidenmengsel.
5 Laat in de tussentijd een wok of een grote diepe pan op hoog vuur heet worden. Spuit de rest van de vloeibare margarine (ongeveer 2 ½ eetlepels) in de pan en voeg de ui toe. Roerbak 3 minuten. Voeg de helft van de spinazie toe, roerbak 2 minuten, voeg dan de rest van de spinazie toe en roerbak nog eens 2 minuten.
6 Roer de uitgelekte rozijnen erdoor, 4 eetlepels ketchup en een mespuntje cayennepeper, paprikapoeder en kaneelpoeder. Verdeel de rijst, spinazie en varkenskoteletjes over 4 voorverwarmde borden.