1 Borstel de mosselschelpen schoon. Snij de selder in stukken, doe ze in een pan en leg er de mosselen op. Overgiet met de wijn, kruid met wat peper en kook de mosselen tot ze open zijn. Giet ze door een zeef en laat de mosselen even koelen. Meng de boter met de fijngehakte peterselie, de cognac en de geperste look. Roer goed en breng op smaak met peper en een weinig zout. Verwijder de bovenste schelp van de mosselen. Schep op elke mossel wat lookboter en verdeel ze over 4 ovenschaaltjes. Gril de mosselen op 200°C tot ze sissen.