1 Spoel de vissen, dep ze goed droog. Kruid ze aan binnen- en buitenkant met pezo. Stop er een takje citroenmelisse in. Bestuif ze lichtjes met bloem.
2 Bak de forellen in ruim wat (liefst geklaarde) boter eerst aan één kant: 2 minuten op hoog vuur, dan 2 minuten op een matig vuur. Keer ze om en bak de andere kant op dezelfde manier. De forel is gaar als de middengraat mooi wit is, zonder nog enig rozig schijntje.
3 Hou de vissen warm in een voorverwarmde de oven (op 50° C).
4 Bak in de braadpan van de vis de amandelschilfers goudbruin. Leg de forellen op 4 warme borden, lepel de botersaus met amandelschilfers over de vissen. Serveer met gekookte aardappeltjes en een partje citroen.