2 Breng een grote pot met gezouten water aan de kook. Doe er de waterkers in, waarvan enkel de houterige stelen onderaan verwijderd zijn. Laat zonder deksel opnieuw aan de kook komen. Laat een minuut koken. Haal met een schuimspaan de waterkers uit het water en spoel onmiddellijk met koud water of leg in een kom met water en ijs. Laat volledig afkoelen. Doe nu de spinazie in de kookpot en doe hetzelfde.
3 Pers met de handen het water uit de groenten. Doe ze in de blender. Voeg een scheutje olijfolie toe en mix tot een glad papje. Houd apart.
4 Schil de aardappelen, snijd in stukken en kook ze gaar in gezouten water. Giet af.
5 Voeg de room, hoeveboter en gemixte groenten toe aan de aardappelen. Stamp ze tot een mooie puree. Kruid met pezo en nootmuskaat en houd even warm.
6 Trek met een pincet de fijne graatjes uit de filets van poon. Kruiden met pezo. Strijk een ovenplaat met lage rand in met olijfolie. Leg er de visfilets op, naast elkaar en met de velkant naar boven. Bestrijk de vis met olijfolie.
7 Plaats de vis in de voorverwarmde oven, laat 4 minuten braden.
8 Maak met 2 soeplepels quenelles van de stoemp en verdeel deze over de warme borden. Leg er de poonfilets op, werk af met kervelpluksels.