2 Stoof de sjalot aan in een klontje solo, blus met de vermout en laat opkoken, voeg witte wijn toe en laat inkoken. Voeg visfumet toe en laat opnieuw wat inkoken. Zeef het ingekookte vocht.
3 Kruid de filets op de velkant met pezo, draai ze om en maak in het midden een kleine insnijding. Plooi de filets toe zodat de witte zijde zichtbaar is. Boter een ovenschaal in met solo vloeibaar en leg hierin de dubbelgevouwen filets, voeg het lauwe smoorvocht toe tot de filets voor één derde onderstaan.
4 Bedek de filets met boterpapier of licht ingeboterde aluminiumfolie, gaar 6 minuten in de voorverwarmde oven.
5 Leg de filets op een voorverwarmde schaal en houd warm onder aluminiumfolie.
6 Zeef het kookvocht, voeg room toe en laat inkoken. Roer een klontje hoeveboter onder het gezeefde kookvocht, kruid met pezo en werk af met enkele druppels citroensap. Zeef de saus.
7 Leg de filets op warme borden, lepel de saus over de vis en serveer met gestoofde spinazie en aardappelpuree.
8 Tip: Door de visfumet lauw bij de vis te doen, wordt de gaartijd in de oven ingekort. Het is heel belangrijk dat het kookvocht voldoende ingekookt is.
9 De saus wordt luchtiger als u deze net voor het serveren even opmixt met een staafmixer.1