1 Pel de sjalotten en snij in ringen, doe ze in een kookpot en voeg er de witte wijn en de visbouillon aan toe, laat op een matig vuur tot de helft inkoken.
2 Voeg er de room aan toe, kruid af met pezo en breng al roerend aan de kook, zodra de saus kookt, neem je de pot van het vuur.
3 Doe er al roerend het sap van de halve citroen en het geperst teentje knoflook bij.
4 Laat opnieuw inkoken tot de sausdikte, hou warm op een heel laag vuur.
5 Kruid de zeebaarsfilets met pezo.
6 Borstel de champignons schoon en snij ze in tweeën als ze te groot zijn.
7 Verhit 3 eetlepels solo in een braadpan en bak hierin de filets aan beide zijde tot ze lichtbruin zijn.
8 Voeg er dan de champignons aan toe en laat deze even meebakken, doe er daarna de garnalen bij en laat deze even mee opwarmen.
9 Leg de filets op warme borden, strooi er de champignons en garnalen over en nappeer met de saus, dien op met aardappelpuree.