1 Tip: Bereid grotere grietfilets van 300 gram voor 2 personen
2 Lekker met beetgare in sperziebonen en aardappelpuree.
3 Wrijf de grietfilets in met zout, versgemalen peper en 1 eetlepel mosterd en laat ze even liggen. Breng in een wijde pan de cider met de visfond en de rest van de mosterd aan de kook en laat het vocht inkoken tot er nog een kwart van het vocht over is.
4 Verwarm 40 g boter in een koekenpan en leg de grietfilets op de huidkant in de pan. Bak de filets in 3-4 minuten knapperig bruin. Keer de filets en bak ze in nog 3-4 minuten mooi bruin en gaar.
5 Bak intussen in een andere koekenpan de partjes appel in de rest van de boter in 2-3 minuten mooi bruin. Leg de zeekraal in een vergiet en schenk er een ruime hoeveelheid kokend water over. Laat de zeekraal goed uitlekken.
6 Leg de grietfilets op een warm bord en roer het ingekookte vocht door het bakvet. Laat dit bruisend koken tot het een mooie jus wordt.
7 Verdeel de zeekraal over warme borden en leg de grietfilets met de huid naar boven erop. Leg de partjes appel op de filets. Schep wat jus over en rond de vis. Lekker met beetgare in sperziebonen en aardappelpuree.