1 Maak de groenten schoon. Snij het wit van de prei in ringen, de stelen van de selder in stukjes, hak de peterselieblaadjes (de stengels dienen voor het kruidentuiltje), verdeel 1 wortel in schijfjes en snij 1 ui fijn. Gooi niets weg, de rest dient om samen met de kip te koken. De fijngesneden groenten gebruiken we op het einde van de bereiding. Schil de tweede ui en prik er de kruidnagel in. Leg de kippen samen met de ui, het groen van de prei, de selderbladeren en het kruidentuiltje en de tweede wortel in een gietijzeren kookpot en schenk er water bij tot alles onder staat, kruid met pezo. Laat de kippen ongeveer 25 à 30 minuten koken, totdat het vlees van de karkas loskomt. Haal de kippen uit het kookvocht, het sap dat uit de kippen druipt moet doorschijnend zijn. Laat afkoelen. Meng 50 gr solo met 40 gr bloem en maak een roux, laat afkoelen. Ontvel de kippen en haal het vlees van de karkassen en de bouten. Zeef het kookvocht en hou apart. Stoof de fijngesneden groenten aan in 30 gr solo. Voeg er de stukken kip en de gezeefde bouillon bij. Laat alles 10 minuten op een zacht vuur garen. Voeg de roux bij de waterzooi en roer tot alles is ingedikt. Voeg er de room bij en breng op smaak met pezo. Bestrooi de waterzooi met de gehakte peterselie en dien op met gekookte aardappelen die u eventueel in de waterzooi legt.