1 Kruid het kalkoengebraad rondom met cayennepeper en zout. Leg het in een ovenschaal met enkele klontjes solo en bak het ongeveer 1 uur in een voorverwarmde oven op 180° C. Bedruip het gebraad regelmatig met wat saus.
2 Haal het vlees uit de oven, giet de cognac erover en flambeer het even, zorg wel dat de vlam niets kan verbranden (dampkap, luster, plafond..). Haal het gebraad uit de pan en hou het warm onder aluminiumfolie. Giet de gevogeltefond in de braadpan en laat voor de helft inkoken. Doe hetzelfde met de witte wijn. Schraap intussen de aanbaksels goed los. Zeef de saus, zet ze weer op het vuur en doe er de uitgelekte witte druiven bij. Laat aan de kook komen en roer er ten slotte de room door. Laat wat indikken.
3 Snij het gebraad in dikke plakken en serveer met de saus en gefrituurde dennenappeltjes of kroketten, eventueel met een halve warme appel met rode bessen.
4 Tip: U kunt het gebraad in de oven klaarmaken, maar het kan ook in een grote kookpan. Zet de pan op een laag vuurtje en laat het kalkoengebraad langzaam garen onder het deksel. Een pan met dikke bodem werkt het best.
5 Indien u droge witte wijn gebruikt, giet dan een beetje sap van de druiven bij de saus.