1 Verwarm de oven voor op 225°C. Bereid de kaassaus volgens de aanwijzingen op de verpakking. Neem de saus van het vuur en klop de slagroom erdoor. Voeg peper naar smaak toe. Schil de aardappelen.
2 Schaaf (in een keukenmachine) of snijd de aardappelen en de courgettes in dunne plakken, meng ze met ½ tl zout. Vul 4 individuele stoofpotjes of een ovenvaste schaal met laagjes aardappel, courgette en kaassaus, eindig met een dun laagje kaassaus.
3 Bestrooi de fazanten van binnen en buiten met peper en zout. Strooi in de buikholte ook ½ tl kaneelpoeder. Bestrijk de buitenkant van de fazanten met vloeibare margarine (met behulp van een kwastje of stukje keukenpapier). Zet de fazanten naast elkaar in een braadblik.
4 Halveer de granaatappel, haal de pitjes met vruchtvlees met een vork uit de schil en doe ze in een schaaltje. Schil de peren, halveer ze, verwijder de klokhuizen en snijd het vruchtvlees in partjes.
5 Braad de fazanten in de hete oven in 45-50 min. gaar. Verlaag de temperatuur na 10 min. braden tot 175°C. Zet de gratin ook in de oven en laat die in 40 min. gaar worden. Bestrijk de fazanten elke 10 min. met een beetje vloeibare margarine en dek de borst halverwege de braadtijd af met aluminiumfolie. Laat de fazanten 15 min. afgedekt rusten op het aanrecht.
6 Zet het braadblik op een hoog vuur en voeg direct de rest van de kaneel, het perensap, 125 ml heet water en het bouillonketeltje toe en breng de jus al roerende aan de kook. Voeg peper naar smaak toe en laat de jus 2 min. koken. Voeg ½ -1 el Maïzena Express voor bruine saus toe en laat de jus nog 5 min. pruttelen.
7 Verwarm in de tussentijd 1 el vloeibare margarine in een pan en bak hierin de peer met de granaatappelpitjes gedurende 3 min. Snijd de bouten van de fazanten, trancheer het borstvlees en leg het met de bouten op 4 hete borden. Schep de garnituur en een lepeltje jus erover. Serveer de gratin er apart bij.