- Was de schorseneren eerst heel goed, zodat alle aarde verwijderd is. Schil ze met een dunschiller en smeer er direct wat citroensap op. Leg ze dan onmiddellijk in water met wat citroensap. Door het citroensap behouden de schorseneren hun witte kleur. Hoe langer ze aan de lucht worden blootgesteld, hoe bruiner ze worden. Je handen kunnen erg vuil worden tijdens het schillen, draag daarom plastieken handschoenen. Snijd de zwarte 'oogjes' eruit."},{"@type":"HowToStep","text":"2. - Maak een blanc door 1 dl water te geieten op de bloem. Zorg ervoor dat er zich geen klonters vormen. Giet nu de rest van het water erbij."},{"@type":"HowToStep","text":"3. - Kruid met peper en zout, nootmuskaat en het sap van een halve citroen."},{"@type":"HowToStep","text":"4. - Snijd de schorseneren in stukken van 5 à 6 cm. Zorg dat alle stukken even groot zijn, anders zijn ze nooit allemaal tegelijk gaar."},{"@type":"HowToStep","text":"5. - Doe ze in de blanc en kook ze 15 à 20 minuten gaar."},{"@type":"HowToStep","text":"6. - Maak een bechamel. Smelt de boter met de bloem en roer goed. Zorg dat je geen klonters krijgt. Laat even doorkoken, zodat de bloemsmaak helemaal verdwijnt. Zet je pan van het vuur en voeg de melk en het kookvocht toe, alsook de PH-groentebouillon. Kruid met peper en zout, nootmuskaat en wat citroensap naar smaak. Let op met de citroen, want te veel kan de saus te zuur maken."},{"@type":"HowToStep","text":"7. - Voeg nu de room toe. Laat het geheel opkoken. Haal de schorseneren uit hun kookvocht en voeg ze bij de saus."},{"@type":"HowToStep","text":"8. - Serveer met aardappelen, kotelet, worst of een gehaktbroodje en bestrooi met gehakte peterselie."},{"@type":"HowToStep","text":"9. (SOS Piet 3, 105)"}],"recipeYield":"4 "}
1 - Was de schorseneren eerst heel goed, zodat alle aarde verwijderd is. Schil ze met een dunschiller en smeer er direct wat citroensap op. Leg ze dan onmiddellijk in water met wat citroensap. Door het citroensap behouden de schorseneren hun witte kleur. Hoe langer ze aan de lucht worden blootgesteld, hoe bruiner ze worden. Je handen kunnen erg vuil worden tijdens het schillen, draag daarom plastieken handschoenen. Snijd de zwarte 'oogjes' eruit.
2 - Maak een blanc door 1 dl water te geieten op de bloem. Zorg ervoor dat er zich geen klonters vormen. Giet nu de rest van het water erbij.
3 - Kruid met peper en zout, nootmuskaat en het sap van een halve citroen.
4 - Snijd de schorseneren in stukken van 5 à 6 cm. Zorg dat alle stukken even groot zijn, anders zijn ze nooit allemaal tegelijk gaar.
5 - Doe ze in de blanc en kook ze 15 à 20 minuten gaar.
6 - Maak een bechamel. Smelt de boter met de bloem en roer goed. Zorg dat je geen klonters krijgt. Laat even doorkoken, zodat de bloemsmaak helemaal verdwijnt. Zet je pan van het vuur en voeg de melk en het kookvocht toe, alsook de PH-groentebouillon. Kruid met peper en zout, nootmuskaat en wat citroensap naar smaak. Let op met de citroen, want te veel kan de saus te zuur maken.
7 - Voeg nu de room toe. Laat het geheel opkoken. Haal de schorseneren uit hun kookvocht en voeg ze bij de saus.
8 - Serveer met aardappelen, kotelet, worst of een gehaktbroodje en bestrooi met gehakte peterselie.