1 Snij de pompoen in stukken, verwijder de pitten en schil. Snij in stukken (niet te grof maar hoeft ook niet superklein te zijn). Weeg af tot je de gewenste hoeveelheid hebt (zoals hierboven aangegeven).
2 Was de wortelen, schil ze en verwijder de topjes. Snij ze middendoor in de lengte, snij ze daarna in reepjes van +/- 1-2 mm dik en tenslotte in de dwarse richting in kleine blokjes (concasse dus).
3 Pers de sinaansappels en de citroen uit.
4 Doe de stukken pompoen, stukjes wortel en het citrussap in een grote kookpot. Laat op een zacht vuurtje zacht worden. Let er op om regelmatig te roeren zodat het niet aanbrandt.
5 Na ongeveer een uur is de pompoen voldoende zacht geworden. Voeg de suiker en (eventueel) de kaneel toe.
6 Laat gedurende 40 minuten verder pruttelen op een zacht vuurtje. Regelmatig roeren opdat het niet aanbrandt, is nu des te belangrijker. Ondertussen wordt de pompoen nog zachter en krijg je geleidelijk aan meer en meer de textuur die je wil voor je confituur.
7 Na 40 minuten schep je de confituur in propere bokaals, schroef onmiddellijk het deksel er op en zet de bokaal onmiddellijk op zijn kop zodat hij vacuum kan trekken. Na een vijftal minuutjes kan je hem weer gewoon neerzetten.