1 Halveer de appeltjes. Verwijder de binnenkant van de appel met een ijslepel of een meloenlepel. Let er op dat je de schil van de appel intact houd! Schil de rest van de appels en snijd deze in dunne blokjes. Dit wordt de vulling van de appeltaartjes. Meng de gesneden appel met de twee soorten suiker en kaneel in een kom. Voeg eventueel meer kaneel toe naar wens. Schep het appelmengsel in de uitgeholde appels.
2 Meng de bloem het zout en de boter in een kom tot een kruimelig geheel. Kneed het tot een bol. Laat ± 30 min. afgedekt rusten in de koelkast. (Dek het bijvoorbeeld af met een vochtige theedoek). Rol het deeg daarna uit op een met bloem bestoven werkvlak en maak dunne reepjes van het deeg. Bedek de bovenkant van de appel in een rooster patroon met de deeg reepjes. Bestrijk de bovenkant met het ei en strooi hier nog wat extra suiker overheen voor de bite.
3 Leg de appels in een ovenschaal, en giet een klein laagje water in de schaal. Voldoende om de bodem van de schaal te bedekken met water. Bedek de bovenkant van de schaal met folie en bak de appels 20 minuten in een oven op een temperatuur van 190 graden.