1 Stamp de venkelzaadjes met wat zout fijn in een vijzel. Rasp de gele schil van de citroen boven de vijzel en voeg de cayenne en 1/4 van de garnalen toe. Wrijf tot een pasta.
2 Meng de garnalenpasta met 1/4 van de boter. Schraap het mengsel in een kom. Voeg de rest van de garnalen en het grootste deel van de overgebleven boter toe (houd ca. 2 el achter). Schep alles goed om, proef en breng op smaak met peper, zout, een kneepje citroensap en een snuf versgeraspte nootmuskaat. Schep het mengsel in 6 kleine ronde bakjes (inhoud 150 ml) of 1 enkel groter bakje.
3 Snijd de kruiden fijn en strooi ze over het mengsel. Smelt de achtergehouden boter en lepel dit over het oppervlak van het vispotje. Maak het af met een laatste snuf peper, nootmuskaat en wat extra fijngehakte kruiden. Zet het vispotje ten minste 1 uur in de koelkast, of tot de boter is gestold. Serveer met warme toastjes.