Doe de bouillonblokjes in 1,5 liter water en breng aan de kook. Vul een andere kookpan met water en breng eveneens aan de kook. Haal de bladeren van de kool en was ze onder stromend water. Dep ze goed droog en snij ze in reepjes. Doe de reepjes in het kokende water, voeg wat zout toe en laat 10 minuten koken. Giet de reepjes in een vergiet en schrik ze onder koud stromend water. Doe ze in een kom en besprenkel ze met de azijn. Giet de koolreepjes in de kokende runderbouillon. Laat 20 minuten koken op een zacht vuur. Giet de soep in een soepterrine en doe er de room bij. Roer goed. Strooi er de fijngehakte kervel over en dien warm op.