Verdeel het deeg in stukjes ter grootte van een groot ei. Bestuif het werkblad met wat bloem. Rol een deegballetje uit en vorm het weer tot een balletje. Druk met de duim een kuiltje in het balletje en vul dit met
0.5 tot 1 el van het gekruide erwtenmengsel. Vouw de randen om het erwtenmengsel, zodat het in het deegballetje komt te zitten. Leg het balletje met de dichtgeknepen kant op het met bloem bestoven werkblad en rol het uit tot een dunne grote pannenkoek. Verhit de rotiplaat of de koekenpan, doe een beetje van de gesmolten boter in de pan en bak hierin de roti aan beide kanten goudgeel en gaar. Tijdens het bakken zal de roti op gaan bollen: voorzichtig terugdrukken met een pannenkoekmes. Deze handelingen met alle deegballetjes herhalen. Hou de roti′s warm, bijvoorbeeld in aluminiumfolie, in een matig voorverwarmde oven. Of tussen twee grote borden.