*Schil de papaja, ontpit en snij het vruchtvlees in blokjes. *Verdeel elke walnoot in
4. *Laat de griessuiker, samen met 2 el water, op een zacht vuur karameliseren. Schuif het pannetje van het vuur en giet er de ciderazijn bij. *Beweeg heen en weer tot de karamel vloeibaar wordt en zet dan opnieuw op het vuur. *Voeg er in de lengte gehalveerde vanillestok, de papajablokjes en de walnoten aan toe. Laat eventjes opborrelen en werk af met een nootje boter.