Snijd een stuk van de steel af en schil het overgebleven, ongeveer 2 centimeter, steeltje. Snijd de punten van de artisjok en verwijder de buitenste harde bladeren. Snijd al cirkelend rondom alle harde bladeren weg. Zorg dat de binnenste bladeren aan de steel blijven zitten. Haal het hart weg en wrijf de artisjokken in met een halve citroen. Plaats de artisjokken die gereed zijn in een kom met koud water waar je citroensap aan hebt toegevoegd zodat ze niet verkleuren. Haal de artisjokken uit het water en vul de artisjokharten met het mengsel van peterselie, knoflook, verse munt, zout en peper. Doe de artisjokken met de bovenzijden onder in de pan, de stelen steken dus in de lucht. De pan moet net groot genoeg zijn dat ze naast elkaar kunnen staan zonder om te vallen. Bestrooi de artisjokken met wat zout en peper en voeg de olijfolie toe. Laat dit ongeveer 10 minuten koken, voeg dan de wijn en de bouillon toe, de artisjokken dienen niet helemaal onder te staan, en laat dit ongeveer 30 tot 40 minuten sudderen tot de artisjokken gaar zijn en het vocht is ingekookt. Controleer tijdens de kooktijd of er voldoende vocht is en voeg eventueel nog wat water toe. Haal de artisjokken uit de pan en plaats ze onderste boven op een bord en besprenkel wat van het ingekookte vocht over de artisjokken. De artisjokken kunnen ook koud worden gegeten.