1 Rol het deeg uit op een licht bebloemd oppervlak. Steek er 4 cirkels (ø 12 cm) uit.
2 Bestrijk de bakvormen met boter, bestuif ze met bloem. Leg het deeg erin. Prik met een vork wat gaatjes in het deeg.
3 Verwarm de oven voor op 180° C. Leg op de deegcirkels een cirkel van bakpapier en vul met bakbonen (of rijstkorrels of gedroogde bonen). Bak de taartjes 15 minuten blind in de voorverwarmde oven, tot ze kleuren.
4 Klop intussen in een kom de dooiers los met de room. Voeg de gesnipperde lente-ui, het chilipepertje, het krabvlees, de koriander en de geraspte limoenschil toe en meng goed. Kruid met peper en zout.
5 Haal de taartjes uit de oven. Verwijder de bakbonen en het bakpapier. Giet het krabmengsel in de taartvormpjes. Bak 15 minuten in de oven, tot de vulling gestold is en de taartjes goudgeel zijn.