Laat de entrecotes op kamertemperatuur komen. Verwarm de borden voor. Pel en snipper vervolgens de sjalotjes. Verhit hierna in een sauspannetje de helft van de boter totdat deze lichtbruin is. Fruit hierin de sjalotjes gedurende 2 minuten. Roer de bloem erdoor en bak deze zon 2 minuten mee. Voeg de wijn toe, breng het geheel aan de kook en roer alles tot een gladde saus. Schenk de fond erbij en roer goed. Laat de saus nu even doorkoken en breng deze op smaak met wat peper en zout. Verhit de rest van de boter in een koekenpan en bak hierin de entrecotes in pakweg 3 minuutjes per kant, zodat ze van binnen nog rosé zijn. Bestrooi ze daarna met wat peper en zout. Serveer ze dan op warme borden met de rode wijnsaus.