De groenten gaarstoven in olijfolie en kruiden met peper en zout. De lasagnevellen beetgaar koken in licht gezouten water (ook de voorgekookte lasagne), afkoelen in koud water en laten uitlekken. De zalmfilet in dobbelsteentjes snijden en de tongscharfilets in de lengte doormidden snijden. De visfilets 3 tot 4 minuten pocheren in court-bouillon. Een blonde roux bereiden met de boter en bloem. De visfumet, de kreeftensoep en de room samen aan de kook brengen, over de afgekoelde roux gieten, mengen, aan de kook brengen en twintig minuten al roerend indikken op een zacht vuur tot een gladde, vrij dikke saus. Kruiden met cayennepeper, peper en zout. In een beboterde ovenschaal de lasagne samenstellen: beginnen met een laag lasagnevellen, daarop een derde van de groenten, dan een derde van de vis en een derde van de saus. Deze werkwijze twee keer herhalen. De laatste laag saus ruim nemen en bestrooien met de gemalen kaas. De lasagne in een voorverwarmde oven (200 graden) plaatsen en ongeveer 25 minuten laten bakken tot de kaas mooi is gegratineerd. De lasagne in porties verdelen en serveren op warme borden.